dinsdag 29 maart 2022
vrijdag 7 mei 2021
en zo staat het in Duitsland er voor
woensdag 10 februari 2021
woensdag 19 februari 2020
maandag 18 november 2019
dinsdag 14 mei 2019
maandag 13 mei 2019
donderdag 8 februari 2018
zondag 3 december 2017
zaterdag 25 januari 2014
minder zorgen voor de toekomst?
donderdag 12 juli 2012
Breaking News
vrijdag 20 januari 2012
nadenkertje
Mooi statement om het bezit van staat en afstammingsband neutraler te situeren!
Het begrip 'bezit van staat' wijst op een geheel van feiten die erop duiden dat men zich steeds als ouder heeft gedragen, en dat ook de buitenwereld de betreffende persoon steeds als ouder heeft beschouwd.
Het bezit van staat is een grond van onontvankelijkheid in elke procedure tot betwisting van het ouderschap. Als men zich steeds als ouder ten aanzien van het kind heeft gedragen en men werd door de omgeving steeds beschouwd als ouder van het kind, kan de vastgestelde afstammingsband niet betwist worden.
artikel 331nonies B.W.
De ene gaat over de situatie dat de biologische moeder nog toestemming dient te geven ondanks huwelijk, KID, voorbereidingscursus en de daadwerkelijke affectieve band. Dit is in tegenspraak met enkele samenhangende artikelen in BW, Grondwet IVRK en EVRM.
De tweede vraag gaat over voormalige partners en het ontbreken van de huidige samenwoonst.Het kind wordt zo de oorspronkelijke familie ontzegd.
Vandaag berichtte Zizo magazine het volgende:
Grondwettelijk Hof buigt zich over problematiek clandestiene meemoeders Auteur: Paul Borghs - foto: anoniem - 19/01/2012.In 2006 werd in België de adoptie opengesteld voor holebi's. Daardoor kan een meemoeder het kind waarvan haar echtgenote of partner bevallen is adopteren en er de tweede juridische moeder van worden. Om te kunnen adopteren moet je gehuwd zijn, wettelijk samenwonen of minstens drie jaar feitelijk samenwonen op permanente en affectieve wijze.
Problemen doen zich voor wanneer het tot een breuk komt vooraleer de adoptieprocedure werd afgerond. Vaak zal de juridische moeder dan niet meer akkoord gaan met de adoptie door de meemoeder. Adoptie tegen de wil van de juridische moeder is niet mogelijk. Maar zelfs wanneer de juridische moeder nog wel akkoord gaat met de adoptie door de meemoeder, dan nog zal de jeugdrechtbank de adoptie niet uitspreken. Er moet immers een affectieve relatie zijn en samenwoning.
Toen in 2006 de adoptie werd opengesteld vielen een aantal meemoeders uit de boot omdat ze niet meer samenwoonden met hun echtgenote of partner. Ook nu komt het nog voor dat vrouwen uit elkaar gaan vooraleer de adoptie rond is.
Onlangs werd aan het Grondwettelijk Hof een prejudiciële vraag gesteld over deze problematiek. Het Grondwettelijk Hof kan nagaan of bepaalde wetten in strijd zijn met de grondwet en de mensenrechten. Eenvoudig gesteld komt de prejudiciële vraag er op neer dat het Grondwettelijk Hof moet nagaan of het niet voldoende is dat de partners drie jaar samenwoonden om te kunnen adopteren, zonder dat daarbij vereist is dat ze op het ogenblik van het indienen van het adoptieverzoek nog moeten samenwonen. Indien het Grondwettelijk Hof deze vraag bevestigend zou beantwoorden, dan opent dat perspectieven voor meemoeders die niet meer samenwonen met de juridische moeder, maar die er nog wel een goede verstandhouding mee hebben.
De werkgroep politiek van çavaria ijvert ervoor om de adoptieprocedure voor meemoeders te vervangen door wat men oorspronkelijke afstamming noemt. Een gehuwde meemoeder zou dan bij de geboorte automatisch de tweede juridische ouder worden van het kind. Een samenwonende meemoeder zou het kind kunnen erkennen, eventueel al voor de geboorte.
Wie mee de verantwoordelijk op zich neemt om een kind op de wereld te zetten heeft niet alleen rechten, maar ook plichten. Vandaar dat de juridische moeder ook de mogelijkheid zou moeten hebben om onderhoudsgeld te eisen van de meemoeder die akkoord ging met de verwekking van het kind en die het niet wil adopteren.
De werkgroep politiek van çavaria slaagde erin om hierover een passage in het regeerakkoord te krijgen. Inmiddels is het dus niet alleen wachten op de nieuwe wet, maar ook op de uitspraak van het Grondwettelijk Hof. Die mag wellicht pas over een jaar verwacht worden.
bron: çavaria
zondag 1 januari 2012
Deze zomer wordt in Nederland een belangrijk wetsvoorstel afgerond. Erkenning van het ouderschap voor lesbische meemoeders. Vanuit feministische hoek gezien is het natuurlijk vreemd dat enkel vaders kunnen erkennen (zonder biologische band) en moeders dus niet. Vanuit standpunten van vaderskant is het ook discriminerend dat zelfs een biologische vader voor de erkenning de toestemming nodig heeft van de moeder. Voor lesbiennes was er eerst enkel het alternatief van de adoptie, maar gaat men nu toch ook overstag voor een minder tijdsrovende en niet gerechtelijke procedure.
In een vrouwengezin had men ook kunnen volstaan met een gerechtelijke vaststelling, waarbij een aantal punten bekeken worden i.v.m. duurzaamheid, affectieve band, samenwoning voor en tijdens geboorte enz. Een jeugdrechter zou deze aanvraag evengoed kunnen honoreren indien aan het samenwonen inmiddels al een einde kwam. Veel clandestiene moeders hadden immers de wettelijke mogelijkheid niet om te adopteren gezien dit pas sinds 2006 in voege is en geen alternatief hebben.
Helaas past men strikt de wet toe en is er geen vervangende toestemming van de rechter. Deze wettelijke onvolmaaktheid leidt moedwillig tot een éénoudergezin, geen onderhoudsplicht, geen rechten en plichten voor ouders hetgeen niet strookt met internationale rechten van het kind en mensenrechten tout court. Het kind kan trouwens wel aan iedere nieuwe partner van de biologische moeder ter adoptie aangeboden worden, hetgeen verbijstering wekt, maar dit is het gevolg van de samenwoningsvereiste. Het is de wetgever blijkbaar ontgaan dat men binnen vrouwengezinnen ook niet voor eeuwig samen blijft en dat ook zij niet aan de maatschappelijke trends ontsnappen.
De erkenning van rechtswege, een gerechtelijke vaststelling, een simpele authentieke verklaring aan de Burgerlijke Stand, een eenvoudige wettelijke bekentenis van het ouderschap zijn zaken die heel wat discriminatie en rechtsonzekerheid zouden kunnen oplossen.
Het wordt tijd dat hier politieke aandacht aan gegeven wordt.
dinsdag 20 december 2011
Wetsvoorstel erkenning door de vrouwelijke partner van de moeder (V&J)
Wetsvoorstel | 19-12-2011
1.Ministerraad akkoord, wetsvoorstel voor advies naar Raad van State.
Fase 2.Wetsvoorstel ingediend bij Tweede Kamer, schriftelijke behandeling.
3.Aangemeld voor plenaire behandeling voor Tweede Kamer.
4.Tweede Kamer heeft wetsvoorstel aangenomen, ingediend bij de Eerste Kamer schriftelijke behandeling.
5.Aangemeld voor plenaire behandeling door Eerste Kamer.
6.Eerste Kamer heeft wetsvoorstel aangenomen, publicatie Staatsblad.
Legenda van de zes fasen van een wetsvoorstel.
Kamernummer 33032
Rechtsgebied Privaatrecht
Soort Wetsvoorstellen in behandeling bij de Staten-Generaal
Subfase Verslag Tweede Kamer
Het wetsvoorstel regelt dat de vrouwelijke partner van de moeder juridisch ouder van het kind van haar partner kan worden door erkenning. Ook voorziet het wetsvoorstel in de mogelijkheid dat het ouderschap van de vrouwelijke partner van de moeder van rechtswege ontstaat, indien het lesbisch paar gehuwd is en gebruik heeft gemaakt van een donor in de zin van de Wet donorgegevens kunstmatige bevruchting.
Legenda bij fasen
Een wetsvoorstel doorloopt bij de behandeling deze zes fasen:
Fase 1. Ministerraad akkoord, wetsvoorstel voor advies naar Raad van State.
Fase 2. Wetsvoorstel ingediend bij Tweede Kamer, schriftelijke behandeling.
Fase 3. Aangemeld voor plenaire behandeling voor Tweede Kamer.
Fase 4. Tweede Kamer heeft wetsvoorstel aangenomen, ingediend bij de Eerste Kamer schriftelijke behandeling.
Fase 5. Aangemeld voor plenaire behandeling door Eerste Kamer.
Fase 6. Eerste Kamer heeft wetsvoorstel aangenomen, publicatie Staatsblad.
vrijdag 2 september 2011
Multi-parenting zou ook een oplossing kunnen zijn, wat in sommige gevallen recht zou kunnen doen aan betrokken partijen.
Australian sperm donor loses fight with lesbian couple
Australian sperm donor loses fight with lesbian couple
WED, 2011-08-24 11:49 by Alexander Schuster
NSW, Australia, 17 Aug 2011 – An Australian man who donated sperm to a lesbian couple has been told by a court that his name must be removed from the child's birth certificate.
A court in Sydney ruled that the birth mother's former partner had the right to have her name on the certificate, even though the couple split in 2006. Expressing sympathy for the father, the judge said he had no contractual right to be registered on the certificate.
According to the BBC, this is the first time a name has been forcibly removed from a birth certificate in Australia. The case has led to suggestions from both Judge Walmsley and the donor that the law should be rethought to allow for three parents to be listed on a birth certificate. Judge Walmsey said, 'the case highlights the inadequacy of laws dealing with multi-parent families'.
In a 2007 precedent on the use of names on a birth certificate, a Canadian court allowed the addition of a third name onto a five-year old boy's birth certificate to allow for the mother's new partner to have legal status as parent.
bron: equal.jus.eu en BBCreport
vrijdag 27 mei 2011
4 - 1580/1 BELGISCHE SENAAT ZITTING 2009-2010 17 DECEMBER 2009 Wetsvoorstel tot wijziging van het l Burgerlijk Wetboek om de aanvaarding van het meemoederschap bij homoseksuele vrouwen mogelijk te maken (Ingediend door de heer Jean-Jacques (Déposée par M. Jean-Jacques De Gucht c.s.) De Gucht et consorts) TOELICHTING
Sinds 1 juni 2003 kent België het homohuwelijk en sinds 2006 kunnen ook doorheen alle onderscheiden procedureregelingen holebikoppels kinderen adopteren.Er wordt immers vastgesteld dat heel wat holebikoppels een sterke kinderwens koesteren. Homoseksuele vrouwen die een standvastige relatie hebben aangegaan kiezen immers vaak voor kunstmatige inseminatie met donorzaad (KID) bij één van beide. Het voordeel hiervan is dat één van de partners juridisch automatisch de moeder is. Onderhavig wetsvoorstel behandelt de problematiek waarmee de vrouwelijke partner van de moeder geconfronteerd wordt. Tussen haar en het kind kan er in principe geen biologische bloedband bestaan en kan er dus ook geen natuurlijke afstamming worden vastgesteld. Ook kan zij het kind niet erkennen. De praktijk wijst echter uit dat de partner van de moeder graag zo snel mogelijk als volwaardige meemoeder wil aangezien worden. Dit kan voorlopig enkel via een co-ouderadoptie (ook wel stiefouderadoptie genoemd). Deze vorm van landelijke adoptie brengt echter de nodige administratieve rompslomp met zich mee. Zo dient men een voorbereidingsprogramma te volgen, waarna de jeugdrechter eventueel nog een maatschappelijk onderzoek kan bevelen. ----------------------- Page 2-----------------------
4-1580/1 - 2009/2010 ( 2 ) Er zijn nochtans heel wat argumenten die pleiten voor een versoepeling. Zo is het moeilijk denkbaar dat een vrouw zich zal laten insemineren met donorzaad indien dit niet uitvoerig met de andere partner werd besproken. Ook tijdens de zwangerschap leven beiden intens naar de geboorte toe. Eens het kind geboren, moet aangenomen worden dat de partner met evenveel zorg en liefde het kind mee zal grootbrengen en opvoeden. Nu wordt de partner gedwongen om het kind te adopteren om juridisch volwaardig als mee-moeder te worden aangezien, al is ze dat al vanuit de praktijk. Een niet onbelangrijk argument betreft ook de rechtszekerheid ten aanzien van het kind. In het belang van het kind is het beslist beter om twee volwaardige ouders te hebben. In het belang van het kind dienen er wel enkele bijkomende voorwaarden te worden gesteld om gebruik te kunnen maken van de beoogde versoepelde regeling. Zo moet er sprake zijn van een standvastige relatie, wat beduidt dat het moet gaan om homoseksuele vrouwen die, al naargelang het geval, gehuwd zijn, wettelijk samenwonen of minimum drie jaar feitelijk samenwonen.Om niet te interfereren met de bestaande juridische terminologie betreffende adoptie en erkenning, wil het wetsvoorstel een nieuw begrip invoeren « het aanvaarden van het meemoederschap ». Dit moet als een recht worden beschouwd en niet als een plicht. Bijzondere aandacht dient te gaan naar de rechten die aan het kind worden gegeven in het kader van de te geven toestemming. Indien het een meerderjarige of een ontvoogde minderjarige betreft, is enkel en alleen zijn of haar toestemming vereist ten aanzien van de toekomstige meemoeder. Men kan hier denken aan een bewust ongehuwde moeder die pas vele jaren na de geboorte van haar kind een standvastige relatie aangaat met een andere vrouw en die laatste de meemoeder wenst te worden van de zoon of dochter van de biologische moeder. Indien het een niet-ontvoogde minderjarige betreft, is het de regel dat de biologische moeder haar toestemming moet geven ten aanzien van de meemoeder. Daarenboven dient het kind dat de volle leeftijd van twaalf jaar heeft bereikt ook toestemming te verlenen. Indien de aanstaande meemoeder de nodige toestemming(en) niet krijgt, kan ze trachten die alsnog te verwerven voor de rechtbank, in raadkamer de nodige partijen probeert te verzoenen. Indien er geen verzoening heeft plaats gevonden kan er geen aanvaarding van het mee- moederschap zijn. Dit is ook het geval indien de rechtbank tot de vaststelling komt dat het aanvaarden van het meemoederschap in strijd zou zijn met de belangen van het kind. Er wordt ook aandacht besteed aan de situatie waarbij de moeder in de onmogelijkheid verkeert haar ----------------------- Page 3-----------------------
( 3 )
wil te kennen te geven, bijvoorbeeld doordat ze in een coma is geraakt. De aanvaarding van het meemoederschap moet worden vastgelegd in een akte van aanvaarding van het meemoederschap. Concreet betekent dit dat zowel de biologische moeder (dit geldt niet indien het kind meerderjarig is) als de toekomstige meemoeder en eventueel het kind zelf of zijn vertegenwoordiger zich in persoon zullen moeten aandienen bij de ambtenaar van de burgerlijke stand. Omwille van juridische en biologische redenenbeperkt het wetsvoorstel zich tot homoseksuele vrouwen. Net zoals bij een heterokoppel geldt bij een lesbisch koppel het principe « mater semper certa cipe « mater semper certa est » , waardoor er in tegenstelling tot een normale adoptieprocedure geen afstammingsband juridisch moet worden doorgeknipt. Belangrijk uiteraard is dat de gevolgen van het aanvaarden van het meemoederschap een volwaardigouderschap inhouden, alsof er een natuurlijke afstamming zou bestaan tussen het kind en de meemoeder. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING
Artikel 2
Net zoals een akte van geboorte of een akte van erkenning, wordt er in het Burgerlijk Wetboek voorzien in een akte van aanvaarding van het meemoederschap.
Artikel 3
Boek I, Titel VI van het Burgerlijk Wetboek wordt een Hoofdstuk II/1 ingevoegd, dat een bevat dat handelt over de aanvaarding van het meemoederschap. Het invoegen van een nieuwe afdeling wenst de wil te benadrukken dat, los van de vigerende wetgeving inzake erkenning of de beoogde regeling niet enkel een nieuwe juridische afstammingsband in het leven roept, maar zich ook enkel beperkt tot homoseksuele vrouwen. In dit verband zij opgemerkt dat « de aanvaarding van het meemoederschap » een facultatief en geen obligatoir karakter vertoont. Bovendien is uitvoerig bepaald wie er zijn uitdrukkelijke toestemming dient te geven, afhankelijk van de leeftijd van het kind. Ook moet er sprake zijn van een standvastige relatie tussen beide Daarom wordt de mogelijkheid enkel aangeboden indien de homoseksuele vrouwen gehuwd, wettelijke samenwonend of reeds minimum drie jaar feitelijk samenwonend zijn. Er wordt ook in enkele uitzonderlijke situaties voorzien, zoals het ontbreken van de vereiste toestemmingen of indien de moeder zelf niet in staat is haar uitdrukkelijke wil te kennen te geven.
Page 4
4-1580/1 - 2009/2010
Van fundamenteel belang is dat de gevolgen van de aanvaarding van het meemoederschap gelijkgesteld worden aan het volwaardige ouderschap en alle familiaalrechtelijke rechten en plichten omvat, alsook erfrechtelijk. De aanvaarding van het meemoederschap kent aldus dezelfde uitwerking als dit het geval zou zijn door afstamming. De aanvaarding van het meemoederschap dient te gebeuren voor een ambtenaar van de burgerlijke stand in een specifieke akte.
Jean-Jacques DE GUCHT.
Nele LIJNEN.
Ann SOMERS. * * * * * * WETSVOORSTEL
Artikel 1
Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in
artikel 78 van de Grondwet.
Art. 2 In het Burgerlijk Wetboek wordt een artikel 62quater toegevoegd, luidende : De akte van aanvaarding van het meemoederschap vermeldt : de voornamen, de naam, de plaats en datum van de geboorte van het kind; de voornamen, de naam, de woonplaats, de plaats en datum van geboorte van degene die het kind aanvaardt als meemoeder en van de ouder ten aanzienvan wie de afstamming reeds vóór de aanvaarding vanhet meemoederschap vaststond; in voorkomend geval, de toestemming van de personen bedoeld in artikel 325bis, met vermelding van de voornamen, de naam, de woonplaats en de plaats en datum van geboorte van de wettelijke vertegenwoordiger van het kind indien hij in de aanvaarding van het moederschap heeft toegestemd. Indien de in artikel 325bis, § 4, bedoelde personen niet hebben toegestemd in de akte van aanvaarding
van het moederschap maar er niet tegen zijn opgekomen binnen de in dat artikel gestelde termijn of indien hun verzoek tot nietigverklaring is afgewezen bij een in kracht van gewijsde gegaan vonnis of arrest, wordt daarvan melding gemaakt op de kant van de akte van aanvaarding van het moederschap.
----------------------- Page 5-----------------------
4-1580/1 - 2009/2010 § 2. Zodra de akte van aanvaarding van het moederschap is opgemaakt, wordt daarvan melding gemaakt op de kant van zijn akte van geboorte.§ 3. De ambtenaar van de burgerlijke stand die een akte van aanvaarding van het moederschap heeft opmaakt, is gehouden daarvan binnen drie dagen kennis te geven aan de echtgeno(o)t(e) van de aanvaardster. Paragraaf 3 van artikel 50 is van toepassing.
Art. 3 In Boek I, Titel VII, van het hetzelfde Wetboek wordt een Hoofdstuk II/1 « Aanvaarding van het meemoederschap » ingevoegd, dat een artikel 325bis bevat, luidende :
« Hoofdstuk II/1. Aanvaarding van het meemoeder
schap Artikel 325bis. — § 1. Wanneer er in een standvastige relatie tussen twee homoseksuele vrouwen een kind wordt geboren waarvan de afstamming langs moederszijde kwam vast te staan krachtens hoofdstuk 1 van deze titel, kan de partner overgaan tot de aanvaarding van het meemoederschap. Dit kan enkel indien beiden gehuwd zijn, wettelijk samenwonen of minstens drie jaar feitelijk samenwonen. De aanvaarding van het meemoederschap dient te gebeuren voor de ambtenaar van de burgerlijke stand in een akte van aanvaarding van het moederschap bepaald in à l'article 62quater.
§ 2. De aanvaarding van het meemoederschap van een meerderjarige of ontvoogde minderjarige is alleen
ontvankelijk zo het kind daarin vooraf toestemt. § 3. Indien het kind minderjarig en niet ontvoogd is de aanvaarding van het meemoederschap alleen
ontvankelijk mits de moeder daarin vooraf toestemt.
Bovendien is de voorafgaande toestemming van het kind vereist, indien het de volle leeftijd van twaalf jaar heeft bereikt. Deze toestemming is niet vereist indien
het kind onbekwaam is verklaard of zich in een staat
van verlengde minderjarigheid bevindt, dan wel indien
de rechtbank, op grond van feiten die vastgesteld zijn
in een met redenen omkleed proces-verbaal, oordeelt dat het kind geen onderscheidingsvermogen heeft. Bij gebreke van die toestemmingen dagvaardt degene die het kind wil aanvaarden als meemoeder
de personen wier toestemming vereist is voor de rechtbank. De partijen worden in raadkamer gehoord.
De rechtbank poogt ze te verzoenen. Indien de
rechtbank de partijen tot verzoening brengt, ontvangt
zij de nodige toestemmingen. Bij gebreke van verzoening wordt het verzoek verworpen. Als het verzoek een kind betreft dat op het tijdstip van de indiening de la van het verzoek een jaar of ouder is, kan de rechtbank Page 6
4-1580/1 - 2009/2010 ( 6 ) bovendien de aanvaarding van het meemoederschap weigeren als ze kennelijk strijdig is met de belangen van het kind. § 4. Is het kind minderjarig en niet ontvoogd en is § 4. ouder ten aanzien van wie de afstamming vaststaat in de onmogelijkheid zijn wil te kennen te geven, dan moet de ambtenaar van de burgerlijke stand een letterlijk afschrift van de aanvaarding van het meemoederschap ter kennis brengen van de wettelijke vertegenwoordiger van het kind en van het kind zelf,indien het de volle leeftijd van twaalf jaar heeft bereikt, tenzij dezen vooraf in de aanvaarding van het moederschap hebben toegestemd. Indien de aanvaarding van het moederschap niet ontvangen is door een ambtenaar van de burgerlijke stand, moet zij op verzoek van de aanvaardster worden betekend aan de in het eerste lid bedoelde personen. Binnen zes maanden te rekenen van de betekening of de kennisgeving kunnen de personen aan wie zij is
gedaan, bij dagvaarding de vernietiging van de aanvaarding van het meemoederschap vorderen van de rechtbank van de woonplaats van het kind. De griffier stelt de ambtenaar van de burgerlijke stand of de ministeriële ambtenaar die de akte van het meemoederschap heeft opgemaakt, onmiddellijk in kennis van die vordering. Nadat de partijen werden gehoord, doet de recht- uitspraak over de vordering tot nietigverklaring. Ze vernietigt de aanvaarding van het meemoederschap als die kennelijk strijdig is met de belangen van het kind, als dat kind op het tijdstip waarop de vordering
wordt ingediend één jaar of ouder is. § 5. De aanvaarding van het meemoederschap behelst dezelfde feitelijke en juridische gevolgen als de afstamming. »
Art. 4 Deze wet treedt in werking op de eerste dag van de maand die volgt na die waarin ze is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.
21 octobre 2009.
Jean-Jacques DE GUCHT.
Nele LIJNEN.
AnnSOMERS.
woensdag 4 mei 2011
Wij hebben zowat een teletijdmachine nodig om gelijkgesteld te worden met de rechten van de huidige nieuwe ouders.Wanneer wordt daar een politieke mouw aan gepast??
http://www.dekamer.be/FLWB/PDF/53/0573/53K0573001.pdf
vrijdag 18 maart 2011
Çavaria is verheugd over de goedkeuring van het wetsvoorstel dat het 'vaderschapsverlof' loskoppelt van de vaderlijke afstamming. Çavaria heeft er bij politici jaren op aangedrongen om deze discriminatie de wereld uit te helpen. De volgende stap in de gelijkstelling van hetero- en holebi-ouders is de erkenning door de meemoeder, aldus de holebi- en transgenderkoepel.
Tot vandaag hadden enkel vaders het recht om na de geboorte van hun kind tien dagen thuis te blijven. Lesbische meemoeders konden dit niet. Ook al stonden steeds meer werkgevers dit verlof na de geboorte ook voor meemoeders toe als gunst, toch is het pas nu een recht geworden.
Lesbische meemoeders kunnen vanaf nu genieten van tien dagen verlof na de geboorte van hun kind. Hiervoor moest het vaderschapsverlof geslachtsneutraal worden. Dit verlof was immers enkel bruikbaar voor wie de 'afstamming langs vaderszijde' gold.
Yves Aerts: "Het feit dat lesbische meemoeders niet het recht hadden om tien dagen thuis te blijven na de bevalling van hun partner, was een flagrante en absurde discriminatie. We zijn dan ook blij dat dit eindelijk gecorrigeerd is. Een meemoeder moet, net als een vader, het recht hebben om aan haar nieuwe gezinssituatie te kunnen wennen en haar pas bevallen partner te ondersteunen."
Het wetsvoorstel werd tijdens de plenaire zitting van de Kamer goedgekeurd met een ruime meerderheid.
Het wetsvoorstel was een herneming van een compromisvoorstel uit 2009 dat door Sonja Becq (CD&V) in samenwerking met verschillende andere partijen werd uitgewerkt. Uiteindelijk hebben sp.a, Open VLD, Groen!, Ecolo, cdH, MR en PS er hun handtekening onder gezet.
Yves Aerts: "We zijn een stap dichter bij de gelijkstelling van holebi- en hetero-ouders. De volgende stap moet zijn dat een gehuwde meemoeder automatisch de juridische moeder van haar kind wordt. Een ongehuwde meemoeder moet haar kind nog voor de geboorte kunnen erkennen bij de burgerlijke stand. Pas dan kunnen we echt van gelijkheid spreken."
vrijdag 11 maart 2011
Duitse zaaddonor mogelijk verplicht te betalen voor kind.
Dit bericht van 5 maart in de Volkskrant is interessant in vele opzichten. Het rechtsvacuüm voor de meemoeder als niet geregistreerde ouder wordt wel niet echt toegelicht. In Duitsland is trouwen blijkbaar een verplichting om te kunnen adopteren. En zolang die adoptie niet gerealiseerd is blijkt het mogelijk om alimentatie te vorderen van de anoniem gebleven bekende donor. Het lijkt mij dat het lesbisch koppel hier niet echt te goeder trouw is en geenszins samen verantwoordelijkheid willen nemen voor hun geplande kind. Ons pleidooi is steeds dat dit vanaf de verwekking geregistreerd moet worden wie dit geboorteproject start. De ongeregistreerde donor is zo ook slecht beschermd, in die zin is het ook een pleidooi om de registratie van donoren toch te verbeteren en zodanig te beheren dat juridische claims uitblijven maar traceerbaarheid door het kind zelf toch onder strikte condities mogelijk wordt. De belangrijkste begunstigde is dan het kind die alle kansen krijgt die het verdient op financieel en emotioneel vlak. Mijn aanvoelen is dat dit lesbisch paar heel wat risico's op de hals haalt door de jeugdrechter in haar hebberigheid te betrekken om meerdere partijen te laten betalen. Ik kan me voorstellen dat dit niet getuigt van verantwoord ouderschap en dat ze het ouderschap te grabbel gooit, of met andere woorden het donorschap te gelde wil maken.
Duitse zaaddonor mogelijk verplicht te betalen voor kind
van onze correspondent Merlijn Schoonenboom
Berlijn Een zaaddonor van een lesbisch paar dreigt in Duitsland de onderhoudskosten van hun kind mee te moeten betalen, ook al was dat van tevoren niet met hem afgesproken. De verouderde wetgeving rond het donorschap blijkt de claim van de moeder mogelijk te maken.
De vader, de leraar Klaus Schröder zegt deze week in Der Spiegel dat hij de zaak voor de rechter wil brengen. Het zou de eerste keer zijn dat in Duitsland een dergelijke zaak voor het gerecht komt. De zaak kan grote consequenties hebben- niet alleen voor zaaddonoren en moeders, maar ook voor spermabanken en andere betrokkenen. De kwestie ontstond een jaar geleden toen Schröder door de moeder ineens gevraagd werd de kosten van zijn nu 3 jaar oude zoon mee te dragen. Hij weigerde en ontving in februari een brief van de advocaat van de vrouw waarin van hem een maandelijkse bijdrage van 270 euro werd verlangd. In Der Spiegel vertelt Schröder hoe het donorschap tot stand kwam. In 2005 las hij een advertentie waarin een lesbisch paar een zaaddonor zocht. Schröder was destijds alleen, maar wilde wel een kind. Hij ontmoette het paar en na enkele ontmoetingen werd besloten tot het donorschap. Met de moeder was afgesproken dat hij geen onderhoudskosten zou betalen. Zelf zou hij geen geld ontvangen voor het afstaan van zijn zaad. Volgens de moeder is de afspraak toen gemaakt omdat ze bang was dat hij aanspraak op het kind wilde maken. Nu wil ze de verantwoordelijkheid echter delen en wil ze dat hij het vaderschap erkent. De kansen liggen niet gunstig voor Schröder. De gemaakte overeenkomsten blijken voor de wet niet geldig te zijn.
In Duitsland staat het 'welzijn van het kind' bovenaan in het familierecht; een vader moet meebetalen aan het kind. Die plicht verdwijnt alleen als de partner van de moeder het kind adopteert. Het lesbische paar moet daarvoor getrouwd zijn. Al jaren roepen Duitse artsen en juristen op tot een aanpassing van de wet. De Duitse juriprudentie rond zaaddonorschap is de afgelopen decennia nauwelijks aangepast aan de veranderde maatschappelijke en medische situatie. Voor alle partijen zouden er moeilijkheden zijn: zo geldt voor vrouwen het probleem dat de vader aanspraak op het kind kan maken. Anoniem donorschap geeft ook problemen, aangezien sinds een wetsaanpassing in 1989 ieder kind het recht heeft te weten wie zijn vader is.
Volgens Schröder is de verhouding verslechterd toen hij zelf alsnog kinderen kreeg. Volgens de moeder heeft de man sindsdien minder interesse in zijn zoon, die hij vroeger maandelijks bezocht. Schröder bestrijdt nu de vader te zijn. Mocht dat alsnog worden vastgesteld, volgt een rechtszaak. Want, zo zegt hij in Der Spiegel: 'Moeders mogen met zaaddonoren niet zo omgaan zoals mij nu overkomen is'.
Bron De Volkskrant 5 maart 2011