zaterdag 23 april 2022

23 april 2014. Na jaren strijd is de regeling al 8 jaar actief! · Stemming regeling meemoederschap is zonet goedgekeurd met een overweldigende meerderheid. Eindelijk. Oef. Dank aan alle parlementsleden, in het bijzonder Sonja Becq, Jean-Jacques De Gucht, Els Van Hoof en Guy Swennen. En minister Annemie Turtelboom. Dank ook aan al wie de voorbije maanden mee aan de kar bleef trekken als activist!

dinsdag 29 maart 2022

Dossier clandestiene moeders: interview gepubliceerd in Zizo door Paul Borghs An noemt zichzelf een clandestiene moeder. De adoptiewetgeving kwam voor haar te laat. Omdat haar partner haar in 2006 verliet, kon ze het kind waarvoor ze samen hadden gekozen niet meer adopteren. En dat zorgt nog steeds voor schrijnende toestanden. kinderwens An zet de feiten eerst even op een rijtje: “In 1990 leerde ik Greet kennen en in 1995 gingen we samenwonen. Greet had een grote kinderwens. Samen hebben we beslist om een familie op te starten. Ik nam de taak op mij om een donor te zoeken. We kozen voor een bekende donor, een familielid van mij, zodat er toch een bepaalde genetische verwantschap zou zijn met mijzelf. Ik heb een aantal zaken op papier gezet, om de grenzen van het donorschap aan te duiden en om te vermijden dat de donor zijn vaderschap zou kunnen laten vaststellen. In 1999 werd ons zoontje Bart geboren. Ik stond mee vermeld op het geboortekaartje als trotse meemoeder en werd officieel aangesteld tot toeziend voogd. Dat was toen nog verplicht. Omdat Greet een zware baan had, ze vertrok vroeg naar het werk en was pas ’s avonds laat thuis, ging ik deeltijds werken. Zo kon ik me met de opvoeding van Bart bezighouden. In 2006 besliste Greet om weg te gaan. Ze nam meteen een advocaat onder de arm. We waren niet getrouwd. Dat had volgens ons weinig zin zolang de adoptie niet geregeld was. We hebben onderling wel een omgangsregeling afgesproken. Die ging vrij ver want Bart mocht ongeveer de helft van de tijd bij mij blijven. Aanvankelijk respecteerde Greet onze afspraken. Tot ze in 2009 een man leerde kennen en daar mee ging samenwonen. Plots werden alle afspraken op de helling gezet en werd de omgangsregeling afgebroken.” adoptie De adoptie werd in 2006 opengesteld. Sinds die openstelling kan de meemoeder het kind van haar echtgenoot of partner adopteren. De wet stelt als voorwaarde dat de biologische moeder en de meemoeder gehuwd moeten zijn, wettelijk samenwonen of minstens drie jaar feitelijk samenwonen op bestendige en affectieve wijze wanneer ze het adoptieverzoek indienen. Bovendien moet de biologische moeder haar akkoord geven voor de adoptie. Na een (echt)scheiding wordt niet meer voldaan aan al die voorwaarden en zal de rechtbank het adoptieverzoek moeten afwijzen. Toch heeft An een adoptieverzoek ingediend bij de rechtbank: “Greet ging aanvankelijk nog akkoord met de adoptie van Bart. De toestemming werd vastgelegd door een notaris. We voldeden weliswaar niet meer aan de voorwaarde dat je drie jaar moet samenwonen, maar we hoopten dat de rechter daar geen belemmering in zou zien. Tenslotte konden we een termijn van zestien jaar duurzaam samenwonen aantonen, zij het op het verkeerde moment. We hoopten ook dat de wetgever vooralsnog met een regularisatie zou komen, waardoor adopties van gescheiden koppels toch in nog mogelijk zouden zijn bij wijze van overgangsregeling. We hadden daarvoor contact met Guy Swennen (SP.A). Maar het adoptieverzoek werd afgewezen in eerste aanleg en ook op politiek vlak kwam er geen doorbraak. Men wilde, kort voor de verkiezingen, niet meer sleutelen aan de adoptiewetgeving. In mei 2008 trok Greet haar toestemming plots in. Daar ging mijn hoop om volwaardige juridische ouder te worden. Maar desnoods ga ik door tot in Straatsburg. Het kan volgens mij niet dat je toestemt in de adoptie en die toestemming dan plots intrekt omdat je een nieuwe partner leerde kennen. Daar zou het Europese Hof voor de Rechten van de Mens toch gevoelig voor moeten zijn?” persoonlijk contact De adoptiepiste werd voorlopig verlaten. An zet nu alles op alles om een persoonlijk contact met Bart af te dwingen via de jeugdrechter. Maar dat loopt niet erg vlot volgens An: “Zelfs het recht op persoonlijk contact wordt een probleem. De jeugdrechter heeft een maatschappelijk onderzoek bevolen. Misschien krijg ik daarna van de jeugdrechter de toestemming om Bart één of twee dagen per maand te zien. Vaak neemt de jeugdrechter het zekere voor het onzekere en wordt een slechts beperkt recht op persoonlijk contact toegekend om de biologische moeder niet voor het hoofd te stoten. Bovendien kan Greet het recht op persoonlijk contact zonder enig probleem dwarsbomen. Al twee keer legde ik een klacht neer bij de politie omdat het recht op persoonlijk contact, dat we onderling hadden afgesproken, niet werd gerespecteerd. Ik sta machteloos, alhoewel ik uiteindelijk toch ook een bloedband heb met het kind. De biologische moeder heeft alle rechten. Zelfs het kind komt nauwelijks aan bod in de procedure. Bart wordt wel gehoord, maar hij is nog geen twaalf jaar oud en daarom mag de rechter doen wat hij wil met zijn verklaring.” praktische gevolgen De meemoeder wordt juridisch nauwelijks erkend. Dat heeft ook tal van praktische gevolgen, legt An uit: “Wettelijk gaat mijn erfenis niet naar Bart. Ik zou dus een testament moeten maken om Bart van mij te laten erven. Maar als er iets met hem gebeurt, dan kan mijn erfenis bij Greet terechtkomen. Ik wil niet dat de vrouw die mij nu langs alle kanten dwarsboomt mijn erfenis krijgt. Dus moet er door de notaris een ingewikkelde constructie uitgedacht worden opdat mijn erfenis niet naar mijn ex of haar familie kan gaan. Er moet ook gelet worden op de successierechten die hoog kunnen oplopen omdat ik juridisch een vreemde ben voor Bart. Gelijkaardige problemen stellen zich met het geld dat ik gespaard heb voor Bart. Misschien komt er ooit wel een dag dat Greet het geld zal proberen op te eisen via het kind.” Het ouderlijk gezag over Bart wordt enkel door Greet uitgeoefend, en ook dat zorgt voor de nodige problemen, zegt An: “We noemen ons niet voor niets de clandestiene moeders. We nemen beslissingen, maar alles wat we doen gebeurt zonder recht of titel. We kunnen het maar doen omdat het gedoogd wordt door de juridische moeder. De school is bijvoorbeeld helemaal niet verplicht om ons uit te nodigen voor het oudercontact of om ons de schoolresultaten mee te delen. Alles is gebaseerd op goodwill. Wanneer het kind ernstig ziek wordt, dan hebben we geen recht om het te bezoeken of om beslissingen te nemen.” De clandestiene moeders hebben wettelijk geen rechten, maar ook geen plichten. Zo moeten ze bijvoorbeeld geen alimentatiegeld betalen. “Dat is stom”, volgens An, “want je hebt nu eenmaal rechten en plichten. Ik heb mijn deel gedaan via de aankoop van kledij, fietsen, schoenen … En Bart was ook een hele periode de helft van de tijd bij mij. Maar de kinderbijslag gaat wel naar de biologische moeder en ik heb Bart ook nooit fiscaal ten laste kunnen nemen.” clandestiene moeders Het verhaal van An is niet uitzonderlijk. Er zijn heel wat clandestiene moeders. Ze hebben een Facebookgroep en een blogspot (http://clandestienemoeders.blogspot.com/) opgericht. Het begon met een vijftiental moeders die geen kans op adoptie maakten. Daar kwamen er snel heel wat bij via de blogspot. De clandestiene moeders komen occasioneel samen. Ze deelden al pamfletten uit aan de rechtbank en op L-Day organiseren ze een actie. Maar het probleem is dat veel clandestiene moeders in hun schulp kruipen. Ze rakelen de jarenlange procedures waarin ze verwikkeld zijn niet graag op. Soms is hun verhaal te pijnlijk. Sommige moeders hebben mee een kind op de wereld helpen zetten dat inmiddels werd geadopteerd door een andere vrouw. Bij nog andere meemoeders kwam het tot een scheiding kort na de geboorte. Een clandestiene moeder maakte mee dat haar kind, na het overlijden van de biologische ouder, terechtkwam in een pleeggezin. De clandestiene moeders proberen hun problematiek onder de aandacht te brengen, maar dat is niet zo eenvoudig, stelt An: “Onlangs werkten Sabien Lahaye-Battheu en Martine Taelman (Open VLD) een wetsvoorstel uit om stiefouders meer rechten te geven. Dat zou voor ons al een stap vooruit zijn. Het zou ons een stukje erkenning geven. Nu zijn we de loutere derde die overal buiten wordt gehouden. Een automatisch ouderschap voor meemoeders, bij de geboorte van het kind, zou echter de beste oplossing zijn. Adoptie is een tijdrovende oplossing, waarbij heel wat formaliteiten komen kijken. Dat is om moeilijkheden vragen, want er kan heel wat mislopen in de periode dat de procedure loopt. Zo’n lange procedure is ook niet in het belang van het kind, dat er alle baat bij heeft om van bij de geboorte twee juridische ouders te hebben. Een man kan zomaar een kind erkennen, zonder enige formaliteit. Daaraan zie je dat gender nog steeds een centrale rol speelt. We legden contacten met politici, maar ze vertelden ons dat het politiek klimaat niet gunstig is. Ook met Çavaria waren er enkele gesprekken, maar daar is tot nu toe weinig of niets van gekomen. De problemen waarmee de clandestiene moeders geconfronteerd worden zijn werkelijk schrijnend. Ik vind het dan ook onbegrijpelijk dat er zoveel meer aandacht uitgaat naar het vaderschapsverlof voor meemoeders. Dat is toch relatief onbelangrijk? Eigenlijk zijn wij een volledig vergeten groep. Als lesbische meemoeders, krijgen wij jammer genoeg nog het meeste begrip en steun van heteroseksuele vaders.”